Artikel 32ba | gouden handdruk als verkapte VUT regeling
Op deze site vindt u veel informatie over de gouden handdruk. Op deze pagina gaan we in op artikel 32ba van de Wet Loonbelasting (vervanging van artikel 32aa). Dit artikel kan belangrijk zijn in situaties waarbij de persoon die ontslagen wordt al wat ouder is en het idee kan ontstaan dat de gouden handdruk gebruikt wordt om vervroegd uit te treden.
Direct rentes banksparen vergelijken
VUT eindheffing op gouden handdruk
De overheid probeert werknemers en werkgevers te ontmoedigen om vroegtijdig te stoppen met werken. Zo zijn er maatregelen genomen om pre-pensioen en/of VUT regelingen af te schaffen. In de praktijk werd daarop nog wel eens gegrepen naar een ontslagprocedure om werknemers alsnog vervroegd uit te laten treden. De ontslagvergoeding (gouden handdruk) werd dan gebruikt als inkomstenbron gedurende de pre-pensioen fase. Dit is sinds 1 januari 2006 geen aantrekkelijke optie meer. Op die datum werd namelijk de (VUT-)eindheffing van artikel 32aa van de Wet Loonbelasting ook van toepassing op ontslaguitkeringen waarbij de ontslaguitkering ten doel heeft de werknemer vervroegd te laten uittreden. In de praktijk spreekt men dan van een regeling voor vervroegde uitkering (RVU). Op een later moment werd het artikel 32aa omgezet naar artikel 32ba.
Op het moment dat aangetoond kan worden dat de ontslagvergoeding een verkapte VUT regeling betreft, krijgt de werkgever een strafheffing van 52% over de ontslagvergoeding (voorheen was dat 26%). Indien sprake is van een regeling voor vervroegde uittreding vindt de eindheffing dus plaats bij de werkgever en niet bij de werknemer die de uitkering ontvangt. De inhoudingsplichtige heeft hiervoor overigens geen verhaalsrecht op de betrokken werknemer.
Wanneer is er sprake van een eindheffing
Op 8 december 2005 heeft staatssecretaris Wijn van Financiën de criteria bekendgemaakt die gehanteerd zullen worden om te kunnen toetsen of een ontslagregeling wel of niet zal worden aangemerkt als een RVU. Deze criteria zijn verdeeld in de zogenaamde kwalitatieve en kwantitatieve criteria.
Kwalitatieve criteria
Bij de kwalitatieve toets wordt gekeken naar de reden van het toekennen van de ontslagvergoeding. Is er op basis hiervan sprake van een RVU, dan betaalt de werkgever extra heffing. Zo niet, dan blijft de extra heffing achterwege.
Er is geen sprake van een RVU als de ontslaguitkering om een andere reden wordt gegeven dan om het mogelijk te maken eerder te stoppen met werken. Denk hierbij aan ontslag wegens reorganisatie of individueel disfunctioneren. Er is wel sprake van een RVU als bijvoorbeeld een gelijke groep van oudere werknemers wordt ontslagen, die een gouden handdruk krijgen tot aan hun pensioendatum. Er is dan namelijk sprake van een verkapte VUT-regeling. Hetzelfde geldt als (voornamelijk) oudere werknemers wegens disfunctioneren worden ontslagen.
Kwantitatieve criteria
Uitsluitend wanneer de kwalitatieve toets oordeelt dat er sprake is van een RVU, dan volgt de kwantitatieve toets! De kwalitatieve toets werkt dus als een eerste zeef. Is er volgens de kwalitatieve toets sprake van een RVU, dan biedt de kwantitatieve toets de mogelijkheid alsnog aan de extra heffing te ontkomen. Nadat u uw gouden handdruk heeft gekregen en eventueel tussentijds (bijvoorbeeld bij een verzekeraar) heeft belegt, laat u deze uiteindelijk tot uitkering komen. Het moment en de omvang van uitkering is dan relevant voor de kwantitatieve toets. Onder de volgende voorwaarden wordt een gouden handdruk niet als RVU gezien:
- 55 jaar toets
de uitkering stopt bij of voor het bereiken van de 55 jarige leeftijd en de jaarlijkse uitkering is niet hoger dan het laatste bruto jaar salaris;
- 70% toets
de uitkering (samen met WW) is niet hoger dan 70% van het laatst genoten salaris en de uitkering tenminste 2 jaar voor de aow gerechtigde leeftijd stopt.
Direct de rentes van banksparen vergelijken
|