Vragen? Bel ons: 088-22 77 344
woensdag 12 juni 2019, 11:52 - Jos Koets
#hypotheek

Op 9 januari 2019 kon u in mijn blog "Hoe lang heb ik nog hypotheekrenteaftrek" lezen dat zelfs de belastingdienst niet wist hoe om te gaan met de regels rond het Goedkeurend Besluit en de Wettelijke Regeling. Vanaf februari ben ik bezig geweest om duidelijkheid hierover te krijgen. Vorige week kwam er onverwachts nieuws. Staatssecretaris van Financien Menno Snel heeft antwoord gegeven op mijn vragen. Hieronder vindt u een rekenvoorbeeld om te laten zien wat er niet duidelijk was en het antwoord van de Staatssecretaris.

Hoe zit het ook al weer?

Het probleem doet zich voor bij mensen die gaan trouwen in gemeenschap van goederen waarbij één van de partners al een eigen woning heeft (of heeft gehad). Uitgangspunten:

  • A heeft eerder hypotheekrenteaftrek gehad van 18 jaar, voor een bedrag van 100.000 euro.
  • B is starter.
  • A en B gaan trouwen in gemeenschap van goederen.
  • A en B kopen samen een woning van 300.000 euro.
  • A en B nemen een hypotheek van 300.000 euro (150.000 euro per persoon).

In bovenvermeld blog gaf ik al aan dat er geen 100% duidelijkheid was hoe de Wettelijke Regeling berekend moeten worden. Er zijn namelijk twee mogelijke berekeningen:

Uitwerking 1

Door het trouwen in gemeenschap van goederen, gaat het renteaftrek verleden van A voor 50% over naar B. B krijgt hierdoor 10 jaar renteaftrek voor een bedrag van 50.000 euro.

  • A heeft nog 12 jaar renteaftrek voor 50.000 euro.
  • A heeft nog 30 jaar renteaftrek voor 100.000 euro.
  • B heeft nog 12 jaar renteaftrek voor 50.000 euro.
  • B heeft nog 30 jaar renteaftrek voor 100.000 euro.

Uitwerking 2 (dit is de juiste berekening)

Door het trouwen in gemeenschap van goederen, gaat het renteaftrek verleden van A NIET voor 50% over naar B.

  • A heeft nog 12 jaar renteaftrek voor 100.000 euro.
  • A heeft nog 30 jaar renteaftrek voor 50.000 euro.
  • B heeft nog 30 jaar renteaftrek voor 150.000 euro.

Verschil tussen de uitwerkingen

Het verschil is duidelijk te zien. Door het trouwen vindt er een boedelmenging plaats waardoor het Eigen Woning verleden van A wel of niet voor 50% overgaat naar B. De vraag is: welke berekening moeten woningbezitters en dus ook hypotheekadviseurs nu hanteren?

Menno Snel heeft verklaard dat Uitwerking 2 de juiste berekening moet zijn / worden. Hierbij voegt hij er wel aan toe dat hij bij uitzondering antwoord heeft gegeven. Dit laatste vind ik niet belangrijk. Het gaat er om dat er nu duidelijkheid is. Er is echter nog wel een probleem. Vanaf 2018 hebben alle hypotheekadviseurs in Nederland uitwerking 2 niet uitgelegd gehad in de cursus over dit onderwerp. De opleidingsinstituten hebben dus wat uit te leggen aan hun cursisten.

Om welke doelgroep gaat het

Alle huizenbezitters waarvan 1 persoon eerder een koopwoning heeft gehad en na 2013 een andere koopwoning heeft gekocht met een andere partner, moeten hun situatie opnieuw laten bekijken door een hypotheekadviseur die natuurlijk wel de berekening kan maken. Let op: het gaat hier over de berekening van de Wettelijke Regeling.

Aangezien het hier om een zeer belangrijk onderwerp gaat die ook nog eens zeer complex is, zal ik in de komende maanden hier nog vaker aandacht aan besteden.

Jos Koets
Jos Koets Financieel adviseur en schrijver

Homefinance.nl maakt gebruik van cookies. Klik hier voor onze cookie en privacyverklaring.