Wat valt er binnen box 3?
In box 3 wordt uw inkomen uit sparen en beleggen belast. Het vermogen waarover u belasting moet betalen wordt bepaald door de uw schulden af te trekken van de totale waarde van uw bezittingen.
Dat werkt als volgt: bezittingen minus schulden.
Bezittingen
Voor het berekenen van uw vermogen begint u met het optellen van de waarde van uw bezittingen, zoals:
- spaargeld;
- beleggingen in aandelen, beleggingsfondsen, obligaties en andere beleggingstitels;
- onroerende zaken, exclusief uw eigen woning;
- rechten op onroerende zaken (bijv. vruchtgebruik;)
- waarden van beleggings/spaarverzekeringen, voor zover niet in box 1.
Schulden
Vervolgens telt u uw openstaande schulden bij elkaar op. Het gaat hier om consumptieve schulden zoals een persoonlijke lening, een doorlopend krediet of een creditcardschuld. Schulden voor de eigen woning (zoals uw hypotheek) horen in box 1 en worden hier dus niet van uw vermogen afgehaald.
Schulden mag u over 2021 en 2022 alléén verrekenen voor zover het totaalbedrag ervan meer bedraagt dan € 3.200 per persoon (in 2020/2019 gold een bedrag van € 3.100 ). Dit wordt ook wel de schuldendrempel of doelmatigheidsdrempel genoemd.
Vermogen
Bezittingen minus schulden – dat is uw vermogen. Voor de fiscus bepaalt u het saldo van uw bezittingen en schulden per 1 januari van het belastingjaar waarover u aangifte doet. In het verleden werd het gemiddelde genomen van het vermogen per 1 januari en 31 december, maar vanaf 2011 geldt voor de vaststelling van uw vermogen nog maar één peildatum. Van dit vermogen wordt eerst het heffingsvrije vermogen eerst afgehaald (zie onder). Over het bedrag dat dan overblijft betaalt u inkomstenbelasting. Hieronder ziet u welk belastingtarief er geldt.
Actuele belastingtarieven box 3
belasting op box 3 vermogen vanaf 2022 | Forfaitair Rendement | 31% Belasting | ||
Schijf | Vermogen uit sparen en beleggen* | Percentage -0,01% | Percentage 5,53% | Effectief |
---|---|---|---|---|
0 | Eerste € 50.650 | Vrijstelling | 0,00% | |
1 | Boven vrijstelling, vanaf € 1 tot en met € 50.650 | 67% | 33% | 0,5636% |
2 | Van € 50.651 tot en met € 962.350 | 21% | 79% | 1,3536% |
3 | Vanaf € 962.351 | 0% | 100% | 1,7143% |
*Uitgangspunt is het vermogen per persoon: de waarde van bezittingen minus de schulden van iedere belastingplichtige op 1 januari van het jaar waarover u aangifte doet. Voor de eerste € 50.650 geldt een vrijstelling: daarover hoeft geen vermogensbelasting betaald te worden. Dat is in bovenstaande tabel middels schijf 0 weergegeven.
Over uw vermogen in box 3 betaalt u in 2022 – boven de vrijstelling – 0,5636% tot 1,7143% inkomstenbelasting. Dit percentage is afhankelijk van de hoogte van uw vermogen. De belastingdienst gaat er van uit dat u meer rendement zult maken naarmate u meer vermogen heeft (het werkelijke rendement is niet relevant). Over dit forfaitair rendement heft de belastingdienst 31% inkomstenbelasting. Zo komt u uit op de vermogensrendementsheffing.
Heffingvrij vermogen in box 3
Per belastingplichtige geldt in box 3 ook een vrijstelling. Dit noemen we het heffingsvrije vermogen. In 2022 is dit een bedrag van € 50.650 (in 2021 € 50.000, in 2020 € 30.846 / in 2019: € 30.360). Deze vrijstelling houdt in dat u pas belasting gaat betalen als uw vermogen in box 3 boven dit bedrag uitkomt.
Extra vrijstelling voor groene beleggingen
Naast het heffingsvrije vermogen geldt per belastingplichtige in box 3 een extra vrijstelling voor groene beleggingen. In 2022 is deze extra vrijstelling € 61.215 (2021 € 60.429 / 2020 € 59.477 / 2019 € 58.540) per fiscale partner. Bovendien krijgt u voor groene beleggingen een extra heffingskorting.
Groene beleggingen zijn beleggingen in fiscaal erkende groene fondsen. Deze fondsen investeren in projecten die van belang zijn voor het milieu.
Klik hier voor meer informatie over het boxenstelsel.
Klik hier voor meer informatie over box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning.
Klik hier voor meer informatie over box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang.
- Belastingtarieven 2006
- Belastingtarieven 2007
- Belastingtarieven 2008
- Belastingtarieven 2009
- Belastingtarieven 2010
- Belastingtarieven 2011
- Belastingtarieven 2012
- Belastingtarieven 2013
- Belastingtarieven 2014
- Belastingtarieven 2015
- Belastingtarieven 2016
- Belastingtarieven 2017
- Belastingtarieven 2018
- Belastingtarieven 2019
- Belastingtarieven 2020
- Belastingtarieven 2021
- Belastingtarieven 2022
- Belastingtarieven 2023