Expirerende lijfrente en de belastingen
Bij het ontvangen van een expirerende lijfrente is het zeer belangrijk om vooraf goed te kijken naar de belastingen. Voordat u kunt bepalen wat u wilt doen met uw expirerende lijfrente, zult u inzicht moeten hebben in de fiscale consequenties van de verschillende mogelijkheden. Op deze pagina behandelen we allereerst kort het Nederlandse belastingstelsel. Dan behandelen we de belastingen rond de expirerende lijfrente. Hierbij zullen we tevens stilstaan bij de bepaling van het fiscale regime van uw lijfrente. Dit is zeer belangrijk, aangezien de mogelijkheden van een oud regime lijfrenteverzekering veel uitgebreider zijn dan de mogelijkheden van een nieuw regime polis of een lijfrentespaarrekening (banksparen).
Direct rentes banksparen vergelijken
Nederlandse belastingstelsel
Het Nederlandse belastingstelsel bestaat uit het zogenaamde boxenstelsel. Het belastingstelsel kent drie boxen met ieder een eigen belastingtarief. In box 1 vallen inkomen uit arbeid en woning, in box 2 valt het inkomen uit aanmerkelijk belang en in box 3 valt het inkomen uit vermogen. Bij een expirerende lijfrente zijn alleen box 1 en box 3 van belang.
Box 1: inkomsten uit arbeid en woning
In box 1 komen alle inkomsten die samenhangen met arbeid en eigen woning terecht. Van deze inkomsten kunt u de eventuele aftrekposten aftrekken. Denk hierbij aan de aftrekbare hypotheekrente en de premie (kan zowel een eenmalige koopsom zijn als een regelmatige betaling) die u destijds heeft gestort voor de nu expirerende lijfrente. Het saldo wordt belast in box 1. Hierbij geldt een progressief tarief, wat wil zeggen dat het belastingtarief stijgt naarmate het saldo in box 1 hoger is. Bovendien geldt in Nederland het principe dat mensen nadat ze de pensioensgerechtigde leeftijd bereiken over een deel van het inkomen een lager belastingtarief gaan betalen. In onderstaande tabel hebben we de tarieven voor box 1 zoals ze gelden in 2021 voor u op een rij gezet.
Inkomsten in box 1 - tot AOW-leeftijd |
IB Schijf 1: tot € 68.508
|
37,10 %
|
IB Schijf 2: vanaf € 68.508
|
49,50 %
|
Inkomsten in box 1 - AOW-leeftijd en geboren na 1 januari 1946 |
IB Schijf 1: tot € 35.130
|
19,20 %
|
IB Schijf 2: vanaf € 35.130 tot € 68.508
|
37,10 %
|
IB Schijf 3: vanaf € 68.508
|
49,50 %
|
Inkomsten in box 1 - vanaf AOW-leeftijd en geboren voor 1 januari 1946 |
IB Schijf 1: tot € 35.942
|
19,20 %
|
IB Schijf 2: vanaf € 35.942 tot € 68.508
|
37,10 %
|
IB Schijf 3: vanaf € 68.508
|
49,50 %
|
Box 3: inkomsten uit vermogen
In box 3 wordt het vermogen belast. U dient het vermogen over een fiscaal jaar aan te geven. De peildatum is 1 januari (voor 2011 waren er 2 peildata: 1 januari en 31 december). Uw spaar- en beleggingstegoeden dient u bij elkaar op te tellen en eventuele schulden, uitgezonderd de eigenwoningschuld, mag u aftrekken. Indien het saldo hoger is dan EUR 50.000 per belastingplichtige (in 2020 was dat 30.846 euro), dan dient u over het meerdere vermogensrendementsheffing te betalen.
Vermogen dat opgebouwd wordt in lijfrenteverzekeringen en bancaire lijfrentes vormt een uitzondering bij bovenstaande berekening. Zolang het vermogen niet uitgekeerd is en nog in de lijfrente zit, hoeft het niet meegenomen te worden bij uw spaar- en beleggingstegoeden in BOX 3.
De expirerende lijfrente en de fiscus
Het geld uit uw lijfrente komt vrij. Bij het storten van de premie heeft u de mogelijkheid gehad om de premie in mindering te brengen op uw inkomen. U heeft destijds dus fiscaal voordeel genoten. Daarom mag u de uitkering nu niet zo maar belastingvrij op uw rekening bij laten schrijven. Het vrijgekomen geld uit een expirerende lijfrente wordt beschouwd als een vorm van inkomen. Op het moment dat een lijfrente tot uitkering komt, dient u de uitkering(en) dan ook in BOX 1 bij uw overigen inkomstenbronnen op te tellen. U betaalt dus over de uitkering(en) het bovenbeschreven progressieve tarief.
Zoals hierboven al uitgelegd, wordt kapitaal dat opgebouwd wordt binnen een lijfrenteproduct niet meegenomen in BOX 3 voor de vermogensrendementsheffing. Echter, zodra de lijfrente tot uitkering komt, komt het vermogen vrij en wordt het wel meegenomen in BOX 3. Afhankelijk van uw vermogenspositie en het feit of de lijfrente-uitkering toegevoegd wordt aan dit vermogen, kan dit consequenties voor u hebben.
Fiscaal regime lijfrenteverzekering
Er zijn verschillende mogelijkheden om uw vrijgekomen geld binnen te laten komen. Echter, niet alle expirerende lijfrenten kennen dezelfde mogelijkheden. Afhankelijk van de ingangsdatum van de polis en de wijze waarop u destijds de premie(s) gestort heeft, verschillen de fiscale spelregels. In verzekeringstermen heet dit het fiscale regime waaronder uw lijfrente verzekering valt.
Middels onderstaand schema kunt u achterhalen onder welke regime uw lijfrenteverzekering valt:
Fiscaal regime |
premie (gespreid betaald) |
koopsom (bedrag ineens) |
Oud regime lijfrente |
voor 16 oktober 1990 |
voor 1 januari 1992 |
Nieuw regime lijfrente |
op of na 16 oktober 1990 |
op of na 1 januari 1992 |
Hierbij wordt er vanuit gegaan dat u bij een premie betalende lijfrente de premies niet meer verhoogd heeft na 16 oktober 1990! Mocht dit wel het geval zijn, dan wordt de polis alsnog beschouwd als een nieuw regime polis.
Mogelijkheden voor uw vrijkomende lijfrente
Op het moment dat u bepaald heeft onder welk regime uw lijfrente valt, kunt u gaan bepalen wat u het beste kunt doen met de lijfrente. Wij hebben zowel voor de oud regime polissen als ook voor de nieuw regime polissen op een rij gezet wat de mogelijkheden zijn.
De mogelijkheden bij een oud regime lijfrente
De mogelijkheden bij een nieuw regime lijfrente
Voor onze online expirerende lijfrente test, klik hier
Direct de rentes van banksparen vergelijken
|