De vraagprijs voor een huis bepalen is geen makkelijke opdracht. Makelaars kijken niet alleen naar wat de woning waard is, maar denken ook na over een slimme verkoopstrategie. Misschien is het je al eens opgevallen dat huizen vaak voor een relatief laag bedrag op Funda staan. Waarom doen makelaars dat toch? Er gaat een doordachte tactiek achter schuil. Alleen die tactiek werkt lang niet altijd in het voordeel van de verkoper.
Te lage vraagprijs?
Makelaars kiezen vaak bewust voor een vraagprijs die iets onder de verkoopprijs ligt, omdat ze zo meer kopers aantrekken. Dat werkt als volgt. Op Funda kunnen kopers hun budget invoeren, waarbij Funda werkt met categorieën van € 25.000. Zo zijn er categorieën van € 200.000 tot € 225.000 en van € 225.000 tot € 250.000. Vaak kiezen kopers voor een maximaal budget, wat betekent dat ze alleen woningen onder dat budget te zien krijgen. Dat maakt € 299.000 bijvoorbeeld een meer strategische verkoopprijs dan € 301.000.
Niet altijd een slimme tactiek
e vraag is alleen of die tactiek ook echt werkt. Verkopers zitten misschien niet altijd te wachten op mensen die eigenlijk naar een goedkopere categorie huizen zoeken. Zij zullen waarschijnlijk niet boven de vraagprijs bieden, tenzij ze extra eigen middelen kunnen inbrengen.
De oplossing voor de verkopers kan zijn om een financiële check van de kopers te vragen. Daarin geven de kopers inzicht in hun maximale hypotheek en het eigen bedrag dat ze in de woning willen steken. Een hypotheekadviseur kan deze financiële check afgeven.
Tip: laat meerdere makelaars langskomen
Er zijn slimme huizenbezitters die vooraf een paar makelaars laten komen in plaats van direct met één makelaar in zee te gaan. Deze kennismakingsafspraken zijn trouwens gratis. Ze laten de verschillende makelaars dan een globale verkooprijs voor de woning geven. Het voordeel hiervan is dat je een betere beeld hebt van de verwachte verkoopprijs.
Het is verstandig om de makelaars dan naar het volgende te vragen:
- Wat is de taxatiewaarde van de woning?
- Voor welke verkoopprijs zou je de woning te koop zetten?
- Wat is de verwachte verkooptermijn van de woning?
- Wat is de makelaarscourtage?
- Heeft de makelaar al potentiële kopers voor de woning op het oog?
Het zou best kunnen dat je van elke makelaar weer andere antwoorden op de vragen hierboven krijgt.
Doe je huiswerk als verkoper
Het is verder verstandig om ook als verkoper ook eerst wat huiswerk te doen, bijvoorbeeld door je in deze vragen te verdiepen:
- Welke makelaar ga ik inschakelen?
- Zijn er de afgelopen maanden gelijkwaardige woningen verkocht in de buurt?
- Voor welke verkoopprijs stonden die woningen te koop.
- Optioneel: wat geeft een desktoptaxatie (van € 95) voor woningwaarde aan?
- Zijn er eventueel kennissen of vrienden die de woning willen kopen? (Dat kan je makelaarskosten besparen.)
Let hierop bij de verkoop
Overigens is in deze markt vooral de taxatiewaarde van belang. Er wordt nog steeds regelmatig boven de vraagprijs geboden. Dat hoeft geen probleem te zijn. Maar als iemand boven de taxatiewaarde biedt, dan is het van belang dat diegene niet méér financiering nodig heeft dan de taxatiewaarde. Dat is dan ook belangrijk om bij biedingen op te letten.
Dit rekenvoorbeeld laat zien hoe dat werkt:
- Vraagprijs te koop staande woning: € 300.000
- Taxatiewaarde woning: € 320.000
- Geboden koopprijs van de woning: € 340.000
- Maximale hypotheek kopers: € 320.000
Deze koper moet dus minimaal € 20.000 (en kosten koper) uit eigen zak betalen. Het is belangrijk om hier alvast naar te informeren als je zo’n bod ontvangt en twijfelt over de financiële haalbaarheid. Door dit te checken, voorkom je dat de aankoop stukloopt op het financieringsvoorbehoud.