Als de huizenprijzen stijgen, hebben huizenzoekers een hogere hypotheek nodig. Of ze moeten meer eigen geld inbrengen om een woning te kopen. Schrik niet: jonge starters (tot 35 jaar) moeten gemiddeld € 91.000 meenemen om een woning te kunnen kopen. Dat is natuurlijk een enorm bedrag. De gemiddelde jonge starter kan dit niet in een paar jaar bij elkaar sparen.
Hoeveel spaargeld nodig voor koophuis?
Zo’n 8 jaar geleden hadden starters bijna € 35.000 eigen geld nodig om een woning te kopen. In 8 jaar tijd zijn de huizenprijzen met 40% gestegen. Daardoor is er vaak ook meer eigen geld nodig voor een woningaankoop.
Los daarvan hebben jonge starters vaak ook een studieschuld. Die zorgt ervoor dat de maximale hypotheek beduidend lager uitvalt met hetzelfde inkomen. Om een hogere hypotheek te kunnen krijgen, moet een starter op zijn studieschuld aflossen. Dat maakt het lastiger om eigen middelen bij elkaar te sparen voor de woning.
Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde starter in Duitsland 38 jaar is. In Nederland ligt de gemiddelde leeftijd nog iets lager. Maar met de stijgende huizenprijzen is het maar de vraag of twintigers en dertigers hier de komende jaren nog aan een koophuis kunnen komen.
Rekenvoorbeeld
Met de stijgende huizenprijzen hebben starters al helemaal extra spaargeld nodig voor een huis. Laten we dit illustreren met een simpel rekenvoorbeeld, waarbij een koopwoning 20% in waarde is gestegen.
- Koopprijs woning: € 400.000
- Maximale hypotheek bij dit inkomen: € 400.000
Voor deze hypotheek moet het gezamenlijke inkomen minimaal € 80.000 zijn.
Stel je nu voor dat de huizenprijs met 20% stijgt. Dan is de situatie als volgt:
- Koopprijs woning: € 480.000
- Maximale hypotheek op inkomen: € 400.000 -/-
- Benodigde eigen middelen: € 80.000
Wil je in deze situatie de woning volledig met hypotheek financieren? Dan ziet de situatie er als volgt uit:
- Koopprijs woning: € 480.000
- Maximale hypotheek op inkomen: € 480.000
In dit geval moet het gezamenlijke inkomen minimaal € 95.000 zijn.
Hulp van ouders bij aankoop huis
Veel starters zijn de afgelopen jaren geholpen door hun ouders om een woning te financieren. Door de hoge schenkingsvrijstelling was het aantrekkelijk voor ouders om hun kind te helpen. Helaas is dit voor een groot deel van de ouders en kinderen geen haalbare mogelijkheid. De hoge schenkingen hebben er wel voor gezorgd dat de huizenprijzen voor de starters flink zijn gestegen. Vooral de “kleine” startersappartementen zijn in prijs verdubbeld.
De hulp van ouders is nog steeds nodig om starters aan een koopwoning te helpen. De hoge schenkingsvrijstelling is er niet meer, maar desondanks zijn schenkingen mogelijk.
Een andere goede mogelijkheid is de familiehypotheek. Als ouders dit in combinatie met een jaarlijkse schenking doen, kunnen ouders alsnog voor minder geld een koophuis krijgen. De ouders kunnen dan de bruto-maandlasten terugschenken aan het kind, waardoor kinderen er niets voor betalen.