Het is ronduit opvallend: het aantal hypotheekaanvragen voor woningverbetering is het afgelopen jaar met 115% gestegen. Onder meer 55+’ers besluiten steeds vaker om hun huidige woning flink te verbouwen. Verhuizen heeft aan de andere kant steeds minder vaak de voorkeur. Daardoor blijven ze langer in hun huidige huis wonen en komen er steeds minder woningen vrij. Wat betekent dit voor de toch al krappe huizenmarkt?
Waarom verbouwen in plaats van verhuizen?
Met het huidige tekort aan beschikbare seniorenwoningen (gelijkvloerse woningen) is het niet gek dat veel huizenbezitters besluiten om niet te verhuizen. Tegelijkertijd is een verbouwing voor 55+’ers wel nodig als ze hun woning levensloopbestendig willen maken. Dat vraagt bijvoorbeeld om gelijkvloers wonen of een traplift, rolstoeltoegankelijke deuren en wellicht lager sanitair. Dat alles vereist een fikse verbouwing.
Minder doorstroom op de woningmarkt
Dat steeds meer 55+’ers verbouwen in plaats van verhuizen, leidt alleen wel tot problemen. Minder verhuizingen betekent namelijk ook een slechte doorstroming op de woningmarkt.
Dit zie je bijvoorbeeld bij de gelijkvloerse benedenwoningen bij mij om de hoek. Deze kosten meer dan € 500.000. In meer dan 90% van deze woningen wonen alleenstaande vrouwen die ouder zijn dan 70 jaar. Deze woningen zijn eigenlijk te groot voor hen. Er zijn alleen geen alternatieven voor deze vrouwen, zoals kleinere appartementen.
Als deze benedenwoningen vrij zouden komen, kunnen 55-plussers doorstromen. Zij laten dan weer een eengezinswoning met minimaal 4 slaapkamers achter voor de 30-plussers die op dit moment in een te krap appartement wonen. Starters kunnen deze appartementen dan weer kopen, waardoor ook zij de koopmarkt kunnen betreden.
Wat zijn je hypotheekopties voor verbouwen?
Wie gaat verbouwen op latere leeftijd, moet wel rekening houden met een mogelijk lagere hypotheek. Vanaf 57 jaar kijkt de bank namelijk ook naar je pensioeninkomen. De bank kijkt dus naar het huidige inkomen (vóór de pensioendatum) en het inkomen op de pensioendatum. Het gemiddelde daarvan valt lager uit dan je inkomen vóór je pensioen.
In de praktijk blijkt dit lagere toetsinkomen overigens meestal geen probleem te zijn. Veel 55+’ers hebben namelijk een lage hypotheek in verhouding tot hun woningwaarde en dus lage bruto-maandlasten. Bovendien wordt de maximale hypotheek op de pensioendatum ruimer getoetst dan vóór de pensioendatum. Een extra hypotheek is dan alsnog prima mogelijk.
Wat kost een extra hypotheek per maand?
Hieronder zie je diverse berekeningen van de maandlasten bij een annuïteitenhypotheek met een hypotheekrente van 4%.
Maandlasten bij een hypotheekrente van 4%:
- Bruto-maandlasten bij een hypotheek van € 60.000: € 286
- Bruto-maandlasten bij een hypotheek van € 80.000: € 382
- Bruto-maandlasten bij een hypotheek van € 100.000: € 477
- Bruto-maandlasten bij een hypotheek van € 150.000: € 716
Voor € 500 bruto per maand kun je aardig verbouwen om je woning levensloopbestendig te maken. Je kunt daarvoor meer dan € 100.000 lenen bij een rente van 4%.
Het is helaas alleen niet altijd mogelijk om bijvoorbeeld een goede traplift te plaatsen. Dát probleem is op te lossen door voor oudere mensen betaalbare gelijkvloerse appartementen te bouwen. Daarbij kun je direct rekening houden met bijvoorbeeld een rolstoeltoegankelijke douche en sanitair. Helaas is het kabinet tot nu toe nog niet tot een oplossing gekomen om meer van dat soort appartementen te bouwen.