Ga je verhuizen of ga je toch de huidige woning opknappen? Sommige huizenbezitters hebben moeten wel verhuizen, bijvoorbeeld omdat hun huidige woning te klein is geworden. Maar het aantal mensen dat een tweede hypotheek neemt om de woning te verbouwen, stijgt enorm. In het eerste half jaar van 2025 kwam 55% van de hypotheekaanvragen van huiseigenaren die een tweede hypotheek afsloten. Dat deden zij dan om hun huis te verbouwen of te verduurzamen of voor een familiehypotheek. Waar komt die stijging door?
Tweede hypotheken worden hoger
Het gemiddelde hypotheekbedrag voor een tweede hypotheek steeg de afgelopen 4 jaar fors: van ongeveer € 75.000 begin 2021 naar ruim € 90.000 in 2025. In 2017-2019 was het juist aantrekkelijk om te verhuizen, maar dat is duidelijk veranderd. Mensen lenen nu vaker bij om hun woning te verbouwen of verduurzamen, of om hun kind met een familiehypotheek te helpen bij de aankoop van een eigen huis.
Stel dat je een tweede hypotheek (een annuïteitenhypotheek) van € 90.000 afsluit. Dan zien je maandlasten er als volgt uit:
- Bij 3,5% hypotheekrente 3,5% betaal je € 404 bruto per maand.
- Bij 4,0% hypotheekrente betaal je € 430 bruto per maand.
Voor € 90.000 kan elke huizenbezitter heel wat opknappen aan zijn woning. Dat is in veel gevallen beduidend goedkoper dan een verhuizing naar een vaak duurdere woning die je ook nog moet opknappen.
Ook € 90.000 aanbieden als familiehypotheek is aantrekkelijk. Als een kind dat bedrag aan extra hypotheek ontvangt, heeft het in deze markt veel meer kans op een koopwoning.
Verbouwen populairder dan verhuizen
In 2017-2019 was het nog vooral aantrekkelijk om te verhuizen. De hypotheekrente stond toen laag (rond de 1%). Daardoor konden mensen na de aankoop van hun nieuwe woning een hypotheek afsluiten tegen deze lage hypotheekrente. Ook konden ze hun huidige woning vaak verkopen met een flinke winst, waarmee ze weer de hypotheek konden verlagen of het nieuwe huis konden verbouwen. Dit alles zorgde ervoor dat huizenbezitters soms zelfs bruto lagere maandlasten betaalden voor een hogere hypotheek dan ze hadden.
Dit rekenvoorbeeld laat zien hoe een verhuizing soms een lagere maandlast oplevert:
- De oude aflossingsvrije hypotheek was € 200.000, tegen een hypotheekrente van 3,5%. Dat betekent bruto-maandlasten van € 583.
- De nieuwe aflossingsvrije hypotheek is ook € 200.000, tegen een hypotheekrente van 1,0%. Dat leidt tot bruto-maandlasten van € 167. Veel minder dus!
Nu is dat anders. Vooral huiseigenaren met een eengezinswoning besluiten vaak een uitbouw te nemen, zodat hun woonoppervlak groter wordt. De rente is immers niet meer zo laag als een paar jaar geleden, terwijl een tweede hypotheek nemen vaak wél een optie is.