HomeFinance Hypotheken

Prinsjesdag: hypotheekrenteaftrek in 2026 begrensd op 37,56%

Kleine verschuiving, toch relevant: zo beïnvloedt dit je netto maandlast

In het kort

  • Hypotheekrenteaftrek: in 2026 blijft de aftrek begrensd tot het tarief van de 2e schijf en stijgt zo naar 37,56% (voorstel Belastingplan 2026, nog niet definitief).
  • Eerste schijf: tarief daalt naar 35,70%, waardoor de waarde van je aftrek in die schijf iets lager uitvalt.
  • Tweede schijf: tarief stijgt naar 37,56%, dus voor middeninkomens wordt de aftrek een fractie gunstiger.
  • Status: plannen zijn ingediend op Prinsjesdag 16-09-2025 en moeten nog door Tweede én Eerste Kamer.
    Lees toelichting Belastingdienst

Op Prinsjesdag 2025 heeft het kabinet het Belastingplan 2026 gepresenteerd. Eén onderdeel springt in het oog voor iedereen met een hypotheek: de tariefsbegrenzing van de hypotheekrenteaftrek. Ook in 2026 mag je de betaalde hypotheekrente maximaal aftrekken tegen het tarief van de tweede schijf van de inkomstenbelasting. Omdat dat schijftarief volgens het voorstel iets stijgt, gaat de maximale aftrek ook een fractie omhoog naar 37,56%.

Waarom is dit relevant? De waarde van je aftrek bepaalt je netto woonlasten. Die waarde volgt niet je hoogste belastingschijf (49,50%), maar is begrensd op het tarief van de tweede schijf. In 2025 was dat 37,48%; in 2026 wordt dat 37,56% als het parlement instemt. In dit artikel leggen we uit wat er precies verandert, wat dat betekent voor verschillende inkomens en hoe je hiermee rekening houdt bij keuzes als aflossen, oversluiten of verbouwen.

Oorzaak & context: schijven verschuiven, aftrek beweegt mee

De aanpassing van de inkomstenbelastingschijven is onderdeel van het Belastingplan 2026 dat op 16-09-2025 is ingediend. In het wetsvoorstel wordt het tarief van de 1e schijf verlaagd met 0,12 procentpunt en dat van de 2e schijf verhoogd met 0,08 procentpunt. Ook de schijfgrenzen schuiven iets op. Daarmee wil het kabinet onder meer budgettaire keuzes (zoals elders teruggedraaide lasten) dekken en de tariefstructuur bijstellen. Zie het Wetsvoorstel Belastingplan 2026 en de toelichting van de Rijksoverheid over de schijfgrenzen in 2026 op Rijksoverheid.nl.

Belangrijk voor huiseigenaren met hypotheek: de tariefsaanpassing van aftrekposten blijft van kracht. Daardoor kun je je hypotheekrente in de hoogste schijf niet tegen 49,50% aftrekken, maar maximaal tegen het tarief van de tweede schijf. De Belastingdienst legt dit mechanisme uit (met 2025 als referentie) in de pagina over de tariefsaanpassing: tariefsaanpassing aftrekposten. Concreet betekent dit dat wanneer het 2e-schijftarief wijzigt, de maximaal haalbare aftrek met dat percentage meebeweegt.

Voor de volledigheid: buiten de aftrekbeperking verandert er weinig aan de eigen woning in box 1. Het eigenwoningforfait blijft in 2026 volgens diverse overzichten 0,35% voor WOZ-waarden tot circa € 1.340.000 en 2,35% over het meerdere. Dit volgt uit de gepubliceerde fiscale overzichten en bankduidingen rondom Prinsjesdag (bijv. Van Lanschot Kempen). De kernboodschap blijft echter de begrenzing van de hypotheekrenteaftrek: die bepaalt het directe effect op je netto woonlasten.

Hypotheekrenteaftrek in 2026: wat verandert er precies

De voorgestelde tarieven voor 2026 zijn: eerste schijf 35,70% en tweede schijf 37,56%. Daarmee wordt de maximale aftrek van hypotheekrente in 2026 37,56%. In 2025 was dat 37,48%. Voor inkomens die volledig in de eerste schijf vallen, daalt het tarief licht van 35,82% naar 35,70%, waardoor de waarde van de aftrek iets lager wordt. De schijfgrenzen worden ook geïndexeerd (eerste schijf tot € 38.883; tweede schijf tot € 79.137). Zie o.a. het wetsvoorstel (tariefaanpassing schijven) en samenvattende factsheets van deskundige partijen zoals PwC.

Een rekenvoorbeeld maakt het concreet. Stel je betaalt op jaarbasis € 9.000 aan hypotheekrente:

Als je in 2026 in de tweede schijf valt: maximaal aftrekbaar tegen 37,56% ⇒ teruggave € 9.000 × 0,3756 = € 3.380,40. In 2025 was dat € 9.000 × 0,3748 = € 3.373,20. Verschil: + € 7,20 per jaar (ongeveer € 0,60 per maand).

Als je volledig in de eerste schijf valt: 2026: € 9.000 × 0,3570 = € 3.213,00; 2025: € 9.000 × 0,3582 = € 3.223,80. Verschil: – € 10,80 per jaar (ongeveer € 0,90 per maand).

De wijzigingen zijn dus klein, maar ze kunnen optellen als je hogere rente betaalt of als je situatie wijzigt (bijv. door oversluiten of verbouwen). Let op: het blijft een voorstel. De plannen moeten door Tweede én Eerste Kamer. De Belastingdienst benadrukt dat maatregelen pas definitief zijn na parlementaire goedkeuring en publicatie (status Belastingplan).

Mini-case: Doorstromer Daan en Linde (middeninkomen)

Daan en Linde verdienen samen € 85.000 bruto en hebben een annuïteitenhypotheek. Ze vallen deels in de tweede schijf. Hun jaarlijkse hypotheekrente is € 10.800. In 2025 leverde de aftrek tegen 37,48% hen circa € 4.047 op; in 2026 wordt dat tegen 37,56% ongeveer € 4.056. Netto scheelt het dus maar een paar euro per maand. Toch merken ze dat de indexatie van de schijven en het (ongewijzigde) eigenwoningforfait hun aangifte beïnvloeden. Conclusie: geen reden om overhaast te aflossen puur om de aftrek, maar wel om hun maandlasten te optimaliseren via looptijd, rentevaste periode en eventuele verduurzaming.

Wat betekent dit voor jou?

  • Val je (deels) in de tweede schijf? Dan wordt de waarde van je aftrek in 2026 een fractie gunstiger (37,56%). Reken je maandlasten door en check of een andere rentevaste periode of (beperkt) aflossen past bij je buffer en doelen.
  • Blijf je volledig in de eerste schijf? Je aftrek daalt marginaal door het lagere tarief (35,70%). In euro’s is het effect klein, maar neem het mee bij keuzes over verbouwen, energiemaatregelen of het verhogen van je maandelijkse aflossing.
  • Hoger inkomen (schijf 3)? Je mag de rente niet aftrekken tegen 49,50%, maar maximaal tegen 37,56%. Plan je cashflow alsof je aftrek op dat lagere percentage blijft en voorkom verrassingen bij de aanslag.
  • Oversluiten of extra aflossen? Baseer je keuze niet op aftrek alleen. Kijk naar bruto–netto, looptijd, boete/overstapkosten en je spaarrente. Reken meerdere scenario’s door en leg vast wat je maandlast ‘hufterproof’ maakt.

Achtergrond voor context

De tariefsbegrenzing voor aftrekposten, waaronder hypotheekrente, is een structurele maatregel. De Belastingdienst beschrijft dit als een tariefsaanpassing waardoor aftrek in de hoogste schijf is begrensd tot het tarief van de tweede schijf (in 2025: 37,48%). Dat mechanisme blijft doorwerken zolang de wetgever het niet wijzigt. Voor 2026 komt de begrenzing uit op 37,56% als het Belastingplan ongewijzigd wordt aangenomen. Zie de toelichting op Belastingdienst (mechaniek) en het wetsvoorstel (schijfaanpassing). Diverse banken en adviseurs, zoals Van Lanschot Kempen, bevestigen dat de maximale renteaftrek in 2026 op 37,56% ligt.

Disclaimer: Dit artikel bevat algemene informatie en is geen persoonlijk financieel advies.

Laatst bijgewerkt: 22-09-2025 17:03, Europe/Amsterdam.

Artikel delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Snel naar onze berekeningen

Overwaarde berekenen