HomeFinance Hypotheken
Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Soms geen hypotheekrenteaftrek meer door gebrek aan bewijs

De bewijslast ligt altijd bij de consument.

Huizenbezitters die een woning kopen en een hypotheek afsluiten hebben recht op hypotheekrenteaftrek. Vanaf 2013 heb je hier alleen recht op als je een annuïteiten- en/of lineaire hypotheek afsluit voor maximaal 30 jaar. Door de hoge huizenprijzen sluiten mensen ook steeds hogere hypotheken af. De maandelijkse teruggave voor de betaalde hypotheekrente door de Belastingdienst is dan heel welkom. Alleen wat als opeens blijkt dat je helemaal geen recht (meer) hebt op deze aftrek? Het overkwam laatst een klant.

Bewijslast hypotheekrenteaftrek ligt bij consument

Veel huizenbezitters weten niet dat de bewijslast van de hypotheekrenteaftrek bij de huizenbezitters zelf liggen. Huizenbezitters die vóór 1 januari 2001 een koopwoning hebben gekocht, ontvangen tot 1 januari 2031 hypotheekrenteaftrek over de hypotheek die ze vóór 1 januari 2001 hebben afgesloten.

Als deze huizenbezitters na 2032 nog hypotheekrenteaftrek opgeven, dan is de kans groot dat de Belastingdienst om bewijs vraagt.

Onterechte hypotheekrenteaftrek

Een rechtbank heeft onlangs een uitspraak gedaan over de bewijslast van de hypotheekrenteaftrek. Iemand had de rente afgetrokken, maar kon bij de belastingcontrole niet bewijzen dat de rente aftrekbaar was. De uitspraak was als volgt:

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op hypotheekrenteaftrek voor de lening bij Interbank, omdat X niet aantoont dat aan de voorwaarden voor aftrek is voldaan. Het belangrijkste geschilpunt betreft de bewijslast voor de aftrekbaarheid van de opgevoerde rente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet voldoet aan de bewijslast voor de aftrek van hypotheekrente, omdat X geen informatie verstrekt over de lening bij Interbank en de voorwaarden daarvan. De rechtbank volgt de inspecteur in de correctie van de aangifte en acht de aanslag juist vastgesteld. Ook de herziene aangiften van X bevatten geen onderbouwing waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor aftrek is voldaan. Er is geen aanleiding om af te wijken van de belastingrentebeschikking, nu X daartegen geen zelfstandige gronden aanvoert. Het beroep is ongegrond.

Deze huizenbezitter heeft overigens totaal niet meegewerkt. De rechter heeft gevraagd naar diverse documenten, maar heeft die niet ontvangen. Het is dan ook logisch dat de Belastingdienst in haar gelijk is gesteld. Opvallend in deze zaak is dat het niet om een groot bedrag ging, namelijk om € 1.638. De teruggave was in dit geval rond de € 50 per maand.

Rekenvoorbeeld hypotheekrenteaftrek

Hoeveel scheelt de hypotheekrenteaftrek nu eigenlijk? Dat kunnen we het beste illustreren met een rekenvoorbeeld. Zie hieronder een berekening van huizenbezitters die een annuïteitenhypotheek van € 400.000 hebben met een hypotheekrente van 4%. De bruto-maandlasten en de netto-maandlasten (= de maandlasten na aftrek van de hypotheekrente) zijn als volgt:

  • Annuïteitenhypotheek: € 400.000
  • Rente: 4%
  • Bruto-maandlasten: € 1.910
  • Netto-maandlasten 1e maand: € 1.455
  • Netto-maandlasten 120e maand: € 1.560
  • Netto-maandlasten 240e maand: € 1.716
  • Netto-maandlasten 300e maand: € 1.822
Artikel delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

geen hypotheekrenteaftrek door gebrek aan bewijs

Snel naar onze berekeningen

Overwaarde berekenen