Dit zijn de belastingschijven in 2024: In 2024 is het gecombineerd tarief in IB schijf 1 36,97%. Het tarief in IB schijf 2 van de loon- en inkomstenbelasting is in 2023 49,50%.
De belastingtarieven in box 1 (inkomen uit werk en woning) zijn lager voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt. Dit komt omdat zij geen premies meer hoeven te betalen voor de volksverzekeringen (AOW, Anw, en Wlz).
Wat zijn de belastingschijven in 2024 voor box 1?
Hieronder ziet u de belastingschijven 2024 voor box 1 voor mensen tot AOW-leeftijd:
Schijf 2024 | Belastbaar inkomen | Tarief |
---|---|---|
IB Schijf 1 | < € 75.518 | 36,97 % |
IB Schijf 2 | >= € 75.518 | 49,50 % |
In 2024 zijn er in de basis nog maar 2 belastingschijven over (in het verleden 4).
Wat zijn de belastingschijven in 2024 in box 1 voor AOW-leeftijd en geboren na 1 januari 1946?
In de tabel hieronder vindt u de belastingschijven 2024 in box 1 voor mensen van AOW-leeftijd en geboren na 1 januari 1946:
Schijf 2024 | Belastbaar inkomen | Tarief |
---|---|---|
IB Schijf 1 | < € 38.098 | 19,07 % |
IB Schijf 2 | >= € 38.098 < € 75.518 | 36,97 % |
IB Schijf 3 | >= € 75.518 | 49,50 % |
Wat zijn de belastingschijven in 2024 in box 1 voor AOW-leeftijd en geboren voor 1 januari 1946?
In de tabel hieronder vindt u de belastingschijven 2024 in box 1 voor mensen van AOW-leeftijd en geboren voor 1 januari 1946:
Schijf 2024 | Belastbaar inkomen | Tarief |
---|---|---|
IB Schijf 1 | < € 40.021 | 19,07 % |
IB Schijf 2 | >= € 40.021 < € 75.518 | 36,97 % |
IB Schijf 3 | >=€ 75.518 | 49,50 % |
Eigenwoningforfait 2024
In onderstaande tabel ziet u de tarieven (staffel) die gelden voor het eigenwoningforfait voor het jaar 2024.
WOZ-waarde vanaf | WOZ-waarde max | forfaitpercentage |
---|---|---|
– | € 12.500 | nihil |
€ 12.501 | € 25.000 | 0,10 % |
€ 25.001 | € 50.000 | 0,20 % |
€ 50.001 | € 75.000 | 0,25 % |
€ 75.001 | € 1.320.000 | 0,35 % |
v.a. € 1.320.001 | n.v.t. | € 4.620 vermeerderd met 2,35 % voor het bedrag boven de € 1.320.000 |
Wat zijn de belastingschijven in 2024 voor box 2?
In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. In 2024 is een andere regeling van kracht. Er zijn twee tarieven:
Box 2 bedrag | Tarief |
---|---|
€ 0 – € 67.000 | 24,50% |
€ 67.001 en meer | 33,00% |
Meer over de belastingen in box 2
Wat zijn de belastingschijven in 2024 voor box 3?
In box 3 worden uw (fictieve) inkomsten uit sparen en beleggen belast. De belasting die in box 3 geheven wordt noemen we vermogensrendementsheffing. Uw inkomsten uit vermogen worden berekend met een forfaitair rendement. Het werkelijke rendement dat u behaalt is voor de fiscus niet relevant. Dit forfaitaire rendement was voorheen één vast percentage van 4%, per 2017 is het afhankelijk van de hoogte van uw totale vermogen.
Over het berekende rendement wordt een vast belastingpercentage berekend, afhankelijk van het soort vermogen. Dit belastingpercentage is 36% (was 32% in 2023). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 3 soorten vermogen: Bank- en spaartegoeden (of contant geld), Beleggingen en andere bezittingen en schulden. De tarieven voor Box 3 in 2024 zijn nog niet bekend. Over het belastingjaar 2023 wordt gerekend met de volgende (fictieve) percentages:
Soort vermogen | Tarief |
---|---|
Spaargeld | 0,92% |
Beleggingen / andere bezittingen | 6,17% |
Schulden | 2,46% |
Hoe de belastingheffing in box 3 in 2024 exact eruit zal komen te zien, is ons nog niet duidelijk. Dit heeft te maken met het feit dat er sprake is van een overgang van de oude belastingheffing op basis van fictieve rendementen naar een nieuwe box 3 systematiek op basis van werkelijke rendementen. Zodra dit duidelijk is, zullen we dat hier verwerken.
Het heffingsvrije vermogen blijft € 57.000 (2024).
Erfbelasting en schenkbelasting
Hieronder ziet u een overzicht van de tarieven en vrijstellingen voor het jaar 2024.
De hoogte van de belastingtarieven en de mogelijke vrijstellingen, zijn afhankelijk van de band die bestaat tussen de ontvanger en de overledene (bij schenkbelasting schenker). Hierbij geldt de volgende groepsindeling:
- Groep 1: partners, (pleeg- of stief) kinderen
- Groep 1A: kleinkinderen en verdere afstammelingen
- Groep 2: andere verkrijgers
Belaste verkrijging over 2024 | Groep 1 | Groep 1A | Groep 2 |
---|---|---|---|
0 – 152.368 | 10% | 18% | 30% |
152.368 en hoger | 20% | 36% | 40% |
Het tarief is een zogenaamd schijventarief. Dat wil zeggen dat iemand in Groep 1 over de eerste € 152.368,- 10% belasting moet betalen. Indien meer wordt verkregen, moet over het meerdere 20% erfbelasting worden betaald.
Bij de erfbelasting gelden in 2024 de volgende vrijstellingen:
Verkrijger | Vrijgesteld bedrag (2024) |
---|---|
Echtgenoot / geregistreerd partner of samenwonend partner | 795.156 |
Kind, pleegkinderen of stiefkinderen | 25.187 |
Zieke en gehandicapte kinderen | 75.546 |
Ouders | 59.643 |
Kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instellingen | Vrijgesteld |
Andere verkrijgers | 2.658 |
De belastingtarieven die geheven worden over schenkingen zijn exact gelijk aan successietarieven. Er gelden echter andere vrijstellingen.
Wij hebben de vrijstellingen bij schenking voor het jaar 2023 hieronder voor u op een rij gezet.
Verkrijger | Vrijgesteld bedrag (2024) |
---|---|
Kinderen | 6.633 |
Kinderen tussen 18 en 40 jaar (eenmalig, algemeen doel) | 31.813 |
Kinderen tussen 18 en 40 jaar (eenmalig, schenking aangewend voor dure studie) | 66.268 |
Eigen woning: alle ontvangers tussen 18 en 40 jaar (eenmalig of uitgesmeerd over maximaal drie aaneengesloten kalenderjaren, schenking aangewend voor aankoop eigen woning) | vervallen |
Kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instellingen | Vrijgesteld van schenkbelasting |
Andere verkrijgers | 2.658 |
Belangrijkste heffingskortingen 2024
Een heffingskorting is een bedrag dat in mindering wordt gebracht op de te betalen belasting.
Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste heffingskortingen in het jaar 2023:
Verkrijger | Bedrag | Perc | Toelichting |
---|---|---|---|
Algemene heffingskorting (tot AOW- leeftijd) | 3.362 (maximaal) | Geldt voor iedere belastingplichtige die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. De algemene heffingskorting wordt lager naarmate het inkomen hoger is dan € 24.812: boven dit bedrag wordt de algemene heffingskorting afgebouwd. Bij een inkomen vanaf € 75.518 is de algemene heffingskorting dan € 0. | |
Algemene heffingskorting (vanaf AOW- leeftijd) | 1.735 (maximaal) | Geldt voor iedere belastingplichtige die de AOW gerechtigde leeftijd bereikt heeft. De algemene heffingskorting wordt lager naarmate het inkomen hoger is. | |
Arbeidskorting | 5.532 (maximaal) | Bij een inkomen hoger dan 39.957 wordt de arbeidskorting met 6,51% van het meerdere inkomen verlaagd. | |
Combinatiekorting (inkomensafhankelijk) | 2.950 (maximaal) | De combinatiekorting start vanaf 6.037 tot een maximum van 31.837. | |
Ouderenkorting | 2.010 | Geldt voor belastingplichtigen die de AOW gerechtigde leeftijd bereikt. Bedrag is afhankelijk van verzamelinkomen. Bij verzamelinkomen vanaf € 44.770 wordt de korting afgebouwd. | |
Alleenstaande ouderenkorting | 524 | Geldt voor iedere belastingplichtige die recht heeft op een AOW-uitkering voor alleenstaanden. | |
Jonggehandicaptenkorting | 898 | Geldt voor mensen die een Wajonguitkering ontvangen en die niet in aanmerking komen voor een ouderenkorting. |
Deze tarieven zijn o.a. van belang bij het berekenen van de netto maandlasten van een hypotheek.
Belastingschijven van andere jaren
Hieronder vindt u de belastingschijven en tarieven van afgelopen jaren:
- Belastingtarieven 2006
- Belastingtarieven 2007
- Belastingtarieven 2008
- Belastingtarieven 2009
- Belastingtarieven 2010
- Belastingtarieven 2011
- Belastingtarieven 2012
- Belastingtarieven 2013
- Belastingtarieven 2014
- Belastingtarieven 2015
- Belastingtarieven 2016
- Belastingtarieven 2017
- Belastingtarieven 2018
- Belastingtarieven 2019
- Belastingtarieven 2020
- Belastingtarieven 2021
- Belastingtarieven 2022
- Belastingtarieven 2023
- Belastingtarieven 2024